Voor u ligt de Jaarrekening 2023. Deze bestaat uit een beleidsmatig jaarverslag en een financiële jaarrekening. Met deze jaarrekening wordt het boekjaar 2023 afgesloten.
2023 is het eerste volledige begrotingjaar geweest van het huidig college. We sluiten het jaar af met een voordelig saldo van € 8,8 miljoen. In onze laatste rapportage, de tweede financiële prognose, verwachtten we nog een positief eindresultaat van € 3,1 miljoen. Het positieve eindresultaat van € 8,8 miljoen lichten we graag verder toe.
Ons rekeningresultaat toont een fors overschot
Wanneer we het jaarrekeningresultaat storten in onze algemene reserve kent deze een omvang van € 15,4 miljoen. In deze onzekere financiële periode, met een onvoorspelbare rijksoverheid, is een buffer zeer welkom. Op basis van deze cijfers gaat het nu best goed met onze gemeente. Tegelijkertijd wordt ons jaarrekeningresultaat vooral bereikt door een flink aantal incidentele inkomsten. Dit zijn zaken waar wij als gemeente geen invloed op hebben.
Het rekeningresultaat is voor een belangrijke deel ontstaan door een aantal externe factoren. Zo hebben we vanuit het Rijk aan het einde van het jaar meer middelen ontvangen dan we konden uitgeven in 2023 aan de Oekraïne-gelden (€ 1 miljoen), de wet BUIG (€426.000 euro), de energietoeslag (€529.000), de CDOKE-gelden (€205.000) en de Spuk Gala-gelden (€575.000). Het klinkt positief dat we zoveel extra geld vanuit het Rijk ontvangen, maar dit geeft een vertekend beeld. Een groot gedeelte van het geld is incidenteel geld dat besteed dient te worden aan bepaalde projecten, zoals de implementatie van de Omgevingswet, de huisvesting van Oekraïense vluchtelingen en de energietoeslag. Deze middelen kunnen niet of maar beperkt ingezet worden voor structurele lasten. Naast bovenstaande gelden vanuit het Rijk zijn er ook incidentele meevallers geweest zoals de renteopbrengsten van het schatkistbankieren (€529.000), zijn er inkomsten uit de verkoop van snippergroen en overig vastgoed (€363.000) en zijn de inkomsten van toeristenbelasting (€363.000) hoger dan eerder begroot. Naast alle extra middelen van het Rijk en de incidentele meevallers zijn ook de structurele budgetten niet allemaal volledig gebruikt. Deze afwijkingen worden onder de programma's toegelicht.
Afwijkingen eerder signaleren
We zien dat we op diverse budgetten meer inkomsten of minder uitgaven hebben dan eerder begroot. Dit geeft ons het inzicht dat we actief aan de slag moeten met het realistischer begroten van onze budgetten. Door eerder te signaleren waar afwijkingen ontstaan. Ook onze reserves beter te benutten door zowel te creëren, als te storten en te onttrekken, en gedurende het jaar beter de budgetten te monitoren, zodat deze direct bijgesteld kunnen worden. Dit is ook nodig om goed inzicht te geven in de staat van de gemeente. Anderzijds is dit ook noodzakelijk om ons voor te bereiden op de financieel onzekere periode.
Met de recent gepresenteerde meicirculaire zijn de te korten voor de jaren 2026 en verder niet meer zo groot als eerder verwacht. Tegelijk blijft de toekomst van het gemeentefonds onzeker. Deze uitdaging wordt landelijk ervaren; positieve resultaten en gevulde reserves nu, maar een onzekere financiële positie straks. Het college blijft zich, samen met andere gemeenten en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), bij het Rijk inzetten voor duidelijkheid voor een langere periode. Tot die tijd blijft het college behoedzaam en conservatief begroten. De bestaande en nieuwe risico’s vragen om een stevige buffer.
Wat is er anders in deze jaarrekening?
De vorige jaarrekening was op domeinniveau. In deze jaarrekening gaat het op programmaniveau. Het gaat om de volgende programma’s:
- 1. Sociaal Domein
- 2. Wonen en Ruimtelijke Ordening
- 3. Beheer openbare buitenruimte
- 4. Duurzaamheid
- 5. Economische Zaken
- 6. Participatie en Dienstverlening
- 7. Financiën
Rechtmatigheidsverantwoording
Vanaf het verslagjaar 2023 moet het College van B&W een rechtmatigheidsverantwoording opnemen in de jaarrekening. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de naleving van de regels, die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente. Over de naleving van de voorwaarden voor subsidies en Europese bestedingen bijvoorbeeld, maar ook over misbruik en oneigenlijk gebruik en lasten waarvoor geen voorafgaande dekking opgenomen was in de begroting.
Het college van B&W is al staatsrechtelijk en bestuurlijk verantwoordelijk voor de rechtmatigheid. Maar tot nu toe was het nog de accountant die hierover verslag uitbracht en het gesprek voerde met de gemeenteraad. Hoewel op de naleving van de aanbestedingsregels flinke stappen zijn gezet, is het voor het verslagjaar 2023 nog niet mogelijk gebleken om door het college te verklaren dat zij rechtmatig heeft gehandeld. Dit komt enerzijds omdat de regels voor de beoordeling van rechtmatigheid strenger zijn geworden ten opzichte van voorgaand jaar. Anderzijds onderkennen we dat we nog stappen te zetten hebben als het gaat om het bijstellen van de begroting gedurende het jaar. Dit is dan ook een van de verbeteracties voor het jaar 2024.
In deze jaarrekening leest u welke resultaten we in 2023 hebben gehaald.